Outrun

 OUTRUN (20 punten)

Het doel van de outrun is dat de hond in een wijde boog – linksom of rechtsom – achter de schapen komt zonder deze voortijdig te verstoren. In een goede outrun gaat de hond gedecideerd om de schapen heen, geeft hen voldoende ruimte maar gaat niet zo wijd dat hij het contact met de schapen verliest. Voor de run van elke deelnemer worden de schapen bij de fetchpaal opgezet. De organisatie zal trachten dit zo goed mogelijk te regelen. De opzetters moeten betrachten de schapen onder controle te houden tot de hond contact met de schapen gemaakt heeft. Fouten gemaakt door de opzetters, leiden niet tot puntenaftrek voor de outrun. Soms komt het voor dat de schapen niet tot rust te brengen zijn of zich niet precies bij de fetchpaal bevinden. Ondanks dit, moet de handler dan toch zijn hond wegsturen.
Voor de start dient de hond zich naast of iets schuin achter de handler te bevinden. Wanneer handler en hond het veld opkomen, moet de hond voldoende onder controle gehouden worden. Als hij, in de momenten voor de start, een paar meter voor de handler loopt is dit niet erg maar wanneer hij bijvoorbeeld 20 of 30 meter het veld inrent en teruggeroepen moet worden, kost dat punten op de outrun. Het is honden overigens verboden voor hun run het wedstrijdveld te betreden: dit op straffe van diskwalificatie.
Wanneer de hond de startpaal verlaat is de run begonnen, en gaat de klok lopen. Een hond terugroepen voor een “herstart” is verboden en leidt tot diskwalificatie. Wanneer de hond tijdens de outrun het parcours verlaat, leidt dit eveneens tot diskwalificatie.
Is niet precies duidelijk waar de grenzen van het parcours lopen, dan dient u dat tijdens de briefing aan de jury te vragen. Verder moet de hond in een gelijkmatig tempo lopen.
Een ideale outrun heeft een peer vorm, waarbij de schapen in het centrum staan van het brede gedeelte. Wanneer de hond “crosst”, d.w.z. over de lijn gaat die straks de schapen volgen tijdens de fetch, kan dit 19 punten kosten, zeker wanneer een hond aan de andere kant uitkomt dan waar hij gestart is. Herstelt de hond zich van een cross – komt hij in, maar buigt hij in de goede richting uit en maakt hij over de juiste kant een bocht om de schapen – dan kan dit minder dan punten kosten. Commando’s voor bijsturen worden echter automatisch in aftrek gebracht.
Op een goede outrun stopt de hond op het balanspunt: dit is het punt waarop hij kan beginnen met de lift, zodanig dat de schapen zich in een rustig tempo en in een rechte lijn naar het midden van de fetchpoort begeven. Een hond hoeft niet op het 12-uur punt te stoppen. Soms bevindt het balanspunt zich op bijvoorbeeld 10 uur of 2 uur. Ook is het niet nodig de hond met een commando te stoppen of te laten liggen: dit mag wel, kost geen punten, maar een hond die uit zichzelf stopt en zelfstandig op een goede manier begint met de lift, mag hiervoor zeker niet bestraft worden. Feitelijk kan een jury de outrun pas beoordelen als de lift plaatsgevonden heeft; pas dan is namelijk goed te zien of de schapen in
een rechte lijn richting handler gekomen zijn.

Aftrekpunten:
• Als een hond stopt tijdens de outrun of omdraait en dan pas verder loopt (spinning).
• Voor alle extra commando’s (fluit- of stemsignalen maar ook handgebaren of zwaaien met de stok) die tijdens de outrun gegeven worden
• De hond eerder wegsturen – als de handler de startpaal nog niet bereikt heeft – of te lang wachten in de hoop dat de schapen zich naar een betere positie begeven.
• De hond te ver voor, achter of naast van de paal starten. Dit kan zelfs tot een cross leiden
• Crossen; verderop in het veld of meteen bij de start (wanneer een hond zich bijvoorbeeld linksachter de handler bevindt maar een rechtse outrun maakt).
• Rent de hond naar de afvoerpen, de aanvoerpen of rent hij naar een opzetter of diens hond en stopt hij daar.
• Wanneer de hond te wijd loopt of de afscheiding van het wedstrijdveld volgt en daardoor het contact met de schapen verliest.
• Te kort inkomen, een te krappe boog lopen, afhankelijk van de mate waarin de schapen opgeschrikt, worden nog voor de hond de 12-uur positie bereikt heeft.
• Te langzaam de outrun doen. Ook een hond die ferm begint maar bijvoorbeeld de laatste 20 meter zijn tempo duidelijk inhoudt, verliest punten. Een hond die zijn behoefte doet tijdens de run, verliest daarmee niet alleen wat hij kwijt wil maar ook punten.
• Een hond die vanaf de handler “square” vertrekt (d.w.z. in een hoek van 90° t.o.v. de fetchlijn loopt) legt onnodige afstanden af, dit is niet praktisch en kost dus punten. Dit geldt ook als de hond eerst naar achteren loopt (een teken van overtraining of een hond die de afscheiding opzoekt om die te volgen).
• Te vroeg of te laat stoppen kost punten: het aantal hangt af van de mate waarin de hond over- of onderflankt.

Diskwalificatie:
• Als de hond voor de run het wedstrijdveld betreedt
• Na aanvang van de trial de hond tot vlak bij de handler terugroepen
• Als de hond buiten het parcours is